Hanneke Hendrix: Croissantjes en hysterie in de ochtend
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en werkt daar aan haar derde roman. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
Het is zeven uur en ik bak croissantjes in de oven. Niet omdat het feest is of weekend of omdat we in Frankrijk op vakantie zijn, nee, ik bak croissantjes omdat al het beleg op is, boter incluis, en omdat ik heb uitgerekend dat de dochter precies zeven en een halve minuut heeft om haar ontbijt op te eten. En met een croissantje lukt dat zeker. Onderwijl smeer ik voor de man en mij – heel creatief zonder basismateriaal vind ik zelf – boterhammen met mayonaise en tomaat. Daar zou qua smaakpalet prima een glas wijn bij passen, mijmer ik. Maar helaas. Ik maak koffie met melk.
Lees meer: Hanneke Hendrix: De driedubbbele-dwarsdraaiende-blafhoest-met-kokhals
Boven klinkt hysterisch gegil. Als iemand tegenwoordig vraagt wat ik het lastigst vind aan het ouderschap heb ik eigenlijk nog maar één ding dat ik haat: dat je ’s ochtends op een werkdag niet meer rustig kunt opstaan. Met een kop koffie en een krant, en dat je dan drie minuten aan een tafel kunt zitten met Radio 1 aan zonder dat iemand iets zegt en een antwoord verwacht.
Ik besluit toch maar even in de gang te gaan kijken wat er aan de hand is. Daar zie ik de dochter, bovenaan het trapgat, rammelend aan het traphek.
“Wat is er aan de hand?” roep ik naar boven. “Zitten we weer in een horrorfilm?”
“Jamie Lee Curtis wil haar haar niet afgedroogd hebben,” zegt de man relaxed, terwijl hij met een handdoek over haar hoofd wrijft.
“O,” zeg ik.
“Wat ruikt het lekker,” zegt de man.
“Alles is op,” zeg ik. “Dus we eten croissantjes.”
De dochter schiet vloeiend van hysterisch gillen naar gejuich.
De dochter heeft de croissant in drie minuten op. Dat is winst. We zwaaien de man uit, springen in de auto en ik drop haar bij het kinderdagverblijf. Halverwege de rit naar mijn afspraak realiseer ik me dat mijn laptop nog thuis staat. Met beslagen ruiten keer ik op een landweg, alwaar ik nog net geen kliko omver rij. Gelukkig wonen we tegenwoordig in een klein dorp. Er is niemand op straat te bekennen. Uit de schoorstenen van de boerderijen aan de landweg kringelen knusse rookwolkjes. Daar zit vast iedereen in rust koffie te drinken, met de krant, en Radio1 aan.
Ik ben nét op tijd op de afspraak, en na een uur sta ik alweer buiten. De zon schijnt. Ik kijk op mijn horloge. Het valt me allemaal mee vandaag. Ik heb zelfs tijd over. Ik zing Spinvis: Hé, ik heb geen probleem, ik heb alles gefixt.
Ik rij naar huis.
Het huis is leeg. De tafel staat nog vol borden, bekers halfvol koffie, halve boterhammen met mayo en onder de stoel van de dochter zie ik nog een paar lepels pasta van gisteravond liggen. Maar niemand maakt mij wat. Ik zet koffie, loop naar boven, laat het bad vollopen en ga in slechts een hemd gekleed met de laptop op schoot op het toilet zitten. Ik zucht diep. Eindelijk heel even niemand die aan de deur van de wc loopt te rammelen. Eindelijk rust.
Lees meer: Hanneke Hendrix: Over graansoorten en koolhydraten
En ineens, ik weet niet hoe het komt, flitst er in mijn gedachten het beeld van een e-mail voorbij.
Een journalist. Er staat: “Dan zie ik je dinsdag bij jou thuis voor dat interview over je boek. Om elf uur.”
Elf uur.
Elf uur?!
Ik kijk op het klokje van mijn laptop.
Het is vijf voor elf.
Ik spring op in blinde paniek.
Hysterisch schiet ik een broek aan en storm de trap af.
Nog zestien jaar.
Dan heb ik weer rust.
Hoop ik.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.